The Catlins
De scenic southern route van Millford Sound naar Dunedin (spreek uit Dun-ee-din) voert vanaf Fiordland via de zuidkust van Nieuw Zeeland terug naar de bewoonde wereld van de weskust. De toute voert
door het natuurgebied de Catlins, waar zich veel verschillende soorten natuur naast elkaar bevinden. Vooral bos en wilde kust (met hoge klippen, rotsen maar ook puur zandstrand) Doordat er in aan
de zuidkust in de 19e eeuw veel houtkap plaatsvond, hebben veel van de oerbossen plaats gemaakt voor heuvelig grasland, nu vooral gebruikt voor veeteelt. Daardoor zijn de meeste groene heuvels
gespikkelt met witte puntjes; duizenden grazende schapen. In de Catlins staat echter nog veel bos, deels herplant, en is de natuur nog wild. Vooral aan de kust bevinden zich ook veel wilde dieren,
zoals zeeleeuwen, robben en penguin, waaronder de meest zeldzame penguin ter wereld, de geeloog penguin.
Nog niet door (te) veel touristen ontdekt en letterlijk in tje middle of nowhere (in het hele gebied tussen invercargill en dunedin zijn misschien 5 tankstations), is het hier een erg rustige
bedoeling.
En weer verschuift het landschap drastisch wanneer we Te Anau verlaten. We laten de hoge bergen, Fjorden en Alpen achter ons. Het landschap wordt heuvelachtiger, bijna pastoraal. De heuvels zijn hier meer groen dan het bekende geelgroen van de heuvels in het noorden. Hier lijkt het landschap meer verwant aan Engeland en Schotland. Ook is het minder heuvelig, waardoor schapen en koeien hier ook in uitgestrekte weilanden grazen, vaak met 100en tegelijk. Na Invercargill (150 km van Te Anau) maakt het grasland plaats voor uitgestrekte wouden en een grillig kustgebied. Hoewel ook hier veel oerbos houtkap ten prooi is gevallen, wordt er in het natuurgebied langs de zuidkust, de Catlins, geprobeerd het oorspronkelijke oerwoud te herstellen. Vanaf de stranden zie je hier vaak de wilde, oude bossen met de voor NZ zo bijzondere bomen. Het kustgebied rond de Catlins is een stuk ruiger; een dramatische kustlijn met hoge klippen en een woelige zee. Er waait een grillige wind en eb legt hier grote delen rotsstrand vrij waar zeehonden en zeeleeuwen gretig gebruik van maken. Er broeden in deze streek zelfs zeldzame pinguïns.
De Highway die door deze mooie streek lijdt, vanaf het Fjordland van Milford Sounds door de Catlins naar Dunedin aan de oostkust, heet de Southern Scenic Route. De dorpen langs deze weg zijn veel kleiner dan we tot nu toe gewend waren; alleen wat huizen hier en daar langs de weg en in het hele gebied zijn er maar enkele tankstations en winkels. Er zijn dan ook minder plekken om te overnachten en de plekken die er zijn, zijn vaak erg kleinschalig. Meer B&Bs en eenkamerappartementen dan grote Motels dus. Aanvankelijk waren we van plan in Invercargill te overnachten, maar op het laatste moment besloten we verder te rijden en in het natuurgebied zelf iets te zoeken. Een goede beslissing, want Invergargill is een nietszeggende grote industriestad en dus niet bepaald aantrekkelijk. Wel hebben we er bij een grote supermarkt gestopt voor proviand. Die ochtend was het ons gelukt om halverwege de route naar Dunedin een motel te boeken in Papatowai. Het Motel bleek te bestaan uit 2 kamers achter de plaatselijke grocery store / tank station, het enige in de weide omtrek. Waarschijnlijk om wat bij te verdienen, hebben de 2 eigenaren achter hun winkeltje wat Motel units gebouwd. Wel leuk en alles binnen handbereik. We hadden zelfs een gazon met picknick bankjes en er zijn zelfs een brievenbus en telefooncel! Mobiel bereik heb je hier niet. Ook uit eten kan hier niet; er zijn vrijwel geen restaurants en alles sluit hier rond 7 uur. We mochten dus weer lekker koken in onze motel kamer.
Na het eten zijn we nog naar de kust gelopen, een korte wandeling van ons Motel. Vanaf het strand bij Papatowai zie je goed hoe in de Catlins verschillende landschappen op elkaar stoten. Aan de kust hoge klippen en woelige zee welke overgaat in een weids zandstrand met daarachter oerwoud en in de verte pastorale, groene grasheuvels met vee. Prachtig om te zien. De bossen hier zijn voor een deel anders dan bijvoorbeeld in de Milford Sounds of het Noordeiland. Het woud is hier soms minder wild begroeid. Waar je in de meeste oerwouden van NZ veel mosovergroeide bomen ziet, heb je hier ook bossen die minder overgroeid zijn en daardoor een wat lichtere indruk maken. Wel vind je hier vaak de Rimu boom, de boom die door Captain Cook tijdens zijn reis langs de kust van NZ werd gebruikt om bier van te brouwen, welk gratis aan zijn manschappen werd verstrekt om scheurbuik tegen te gaan.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}